82. Woorden afbreken
Woorden en namen kunnen worden afgebroken aan het einde van een regel. Dat gebeurt op de grens tussen lettergrepen.
da-len, me-ten, drin-ken, jon-gen, le-ra-res
In een samenstelling wordt bij voorkeur afgebroken tussen de samenstellende delen: wereld-deel, jenever-bes, voort-aan, meest-al, als-of, heel-al, met-een, waar-om, Frank-rijk. In een afleiding bepaalt meestal het grondwoord de afbreekplaats: boom-pje, breed-te, koor-tje, koord-je, lamp-je.
Aanvullende regels en uitzonderingen volgen hieronder.
a. Tussen klinkers
Tussen klinkers mag alleen worden afgebroken als deze niet samen één klank weergeven: hi-aat, individu-eel, lui-er, koei-en, kri-oelen. In een woord als sergeant mag dus niet afgebroken worden tussen de e en de a, omdat -geant als één lettergreep wordt uitgesproken.
De y tussen klinkers blijft bij het eerste klinkerdeel als hij daarmee een eenheid vormt: relay-eren, tutoy-eren. Bij royaal zijn er twee mogelijkheden: afhankelijk van de uitspraak. Spreek je royaal uit als [rwajaal], dan breek je af als roy-aal, maar bij de uitspraak [rojaal] wordt het ro-yaal.
b. Lettergreep van één letter mag nooit alleen staan
Er mag niet zodanig worden afgebroken dat er een lettergreep van één letter apart komt te staan aan het einde of het begin van een regel. Dus niet: a-line-a, foli-o, muse-a. Wel goed zijn: ali-nea, fo-lio, mu-sea. Een woord als e-mail wordt daarom helemaal niet afgebroken.
c. Medeklinkers die meegaan naar de volgende regel
Er gaan zo veel medeklinkers naar de volgende regel als er aan het begin van een Nederlands woord kunnen staan. De afbreking am-bten is niet juist, want gewone Nederlandse woorden kunnen niet met bt beginnen. Dus wordt het amb-ten. En zo ook: goo-chelen, ka-trol, pro-gramma, re-glement.
Bij deze regel gelden twee voorwaarden:
1. de afbreking mag geen aanleiding geven tot verkeerde uitspraak: niet fru-stratie (de u zou dan ten onrechte lang klinken) maar frus-tratie;
2. het eerste deel moet een lettergreepeinde kunnen zijn: niet haa-sten maar haas-ten.
d. De combinaties st en sp
De combinaties st en sp worden (als er geen andere medeklinkers bij betrokken zijn) afgebroken na de s: hees-ter, knis-per, res-pect, consis-tent.
Zie ook onder punt g, laatste streepje.
e. Andere lettercombinaties
De ch, sh en sj worden niet gesplitst: la-chen, cra-shen, ram-sjen. Maar zie ook punt j.
De ck kan gesplitst worden: hoc-key, stic-ker. Maar zie ook punt j.
De ng kan gesplitst worden: jon-gen, wonin-gen. Maar zie ook punt j.
De nk kan gesplitst worden: den-ken, wonin-kje, sprin-kler. Maar in combinaties met konink- blijft de nk bij elkaar: konink-lijk, konink-rijk.
f. Voor en na de x tussen klinkers
Voor en na de x tussen klinkers wordt niet afgebroken; dus niet ex-amen maar exa-men. Een woord als taxeert kan dus niet worden afgebroken. Dit geldt overigens niet voor samenstellingen: fax-apparaat is dus wel mogelijk.
g. Medeklinkersprong
Een achtervoegsel dat met een klinker begint, neemt één medeklinker van het voorgaande deel mee naar de volgende regel: do-len, do-ping, gees-ten, herber-gier, klei-nood, overi-gens, sie-raad, snoe-per, trai-ner, vernieu-wen.
Er zijn drie uitzonderingen op deze regel:
- Het achtervoegsel -achtig krijgt geen medeklinker mee. Het is dus koorts-achtig (maar koort-sig).
- Het achtervoegsel -aard krijgt geen medeklinker mee. Het is dus grijs-aard, laf-aard en wreed-aard. Maar de volgende woorden vallen buiten deze uitzondering: bas-taard, do-laard, dros-saard, grijn-zaard, Span-jaard, stan-daard, vein-zaard.
- Als in een afleiding of een meervoudsvorm het grondwoord eindigt op een medeklinker plus st, dan gaat st mee naar de volgende regel: ang-stig, bron-stig, gebar-sten, oog-sten, tek-sten.
h. Ingeburgerde Latijnse en Griekse woorden
Woorden die volledig vernederlandst zijn, volgen de Nederlandse afbreekregel: diag-nose, atmos-feer. De juiste afbreekplaats is niet altijd te voorspellen; in bio-scoop wordt bijvoorbeeld nog rekening gehouden met de woorddelen waaruit dit woord in het Grieks is samengesteld, en dus niet met de uitspraak in het Nederlands.
Alternatief -- niet officieel, wel gangbaar
Over de vraag of een woord nog Grieks of Latijn is of volledig is vernederlandst, is discussie mogelijk. Daarom kan een woord uit het Grieks of Latijn ook naar eigen inzicht worden afgebroken volgens de opbouw in de klassieke taal dan wel volgens de Nederlandse lettergreepstructuur: dia-gnose/diag-nose, bio-scoop/bios-coop.
i. Engelse en Franse woorden
Engelse woorden als cake en live gelden als eenlettergrepig en worden dus niet afgebroken; in Franse woorden als crème en parachute mag wel afgebroken worden voor het laatste deel (crè-me, parachu-te).
j. Leesgemak staat voorop
Probeer zodanig af te breken dat het eerste of tweede deel niet anders kan worden gelezen dan bedoeld is. Dus niet: beste-dingen, bommel-dingen, Vere-nigde Staten, intervie-wer, reserve-ring of groepsex-cursie. Zulke afbrekingen zijn wel mogelijk, maar staan het leesgemak in de weg.
Op grond van deze regel wordt bij voorkeur niet afgebroken bij de ng, de sh en de ck: dus liever niet hen-gelen, ca-shewnoot of hardroc-ker, maar bij voorkeur henge-len, cashew-noot en hard-rocker (zie ook de hoofdregel).
k. Samenstellingen
Bij dubbelzinnige samenstellingen bepaalt de betekenis de afbreekplaats. Vergelijk: kwart-slagen en kwarts-lagen, val-kuil en valk-uil. Een tussenletter blijft bij het eerste deel: rijste-brij, schaaps-kooi. Soms wordt een samenstelling niet meer als zodanig herkend: el-kander, el-kaar (maar nog wel: elk-een, met-een).
l. Verkleinvormen
In sommige verkleinvormen is de slotklinker van het grondwoord aangepast in de verkleinvorm: pagina - paginaatje, café - cafeetje, taxi - taxietje. Als zo'n woord wordt afgebroken voor de verkleiningsuitgang, krijgt het zijn basisspelling weer terug: pagina-tje, café-tje, taxi-tje.
Dit geldt niet als de grondvorm op een toonloze e eindigt die in de verkleinvorm niet wordt uitgesproken (en/of geschreven), zoals karbonaad-je, machien-tje, parachuut-je. Wie de slot-te en -re in mascotte en blessure uitspreekt, kan bij de afbreking mascotte-tje en blessure-tje schrijven.
m. Geen apostrof en trema bij afbrekingen
Een apostrof in een verkleinwoord komt op de afbrekingsplaats te vervallen: baby’tje wordt baby-tje. Hetzelfde geldt voor een trema: zeeën wordt zee-en, geïnteresseerd wordt ge-interesseerd.
n. Geen afbrekingsstreepje na een koppelteken
Als een woord dat een koppelteken bevat op de plaats van dat koppelteken wordt afgebroken (zoals CDA-politicus), komt er geen extra streepje. Het wordt dus niet CDA--politicus, maar het blijft CDA-politicus (met CDA- op de ene regel en politicus op de andere).
Een woord dat met een woorddeel tussen haakjes begint, kan op twee manieren worden afgebroken: (zomer-)vakantie en (zomer)-vakantie, waarbij het streepje en het haakje niet naar de volgende regel gaan.