81. Symbolen
Voor eenheden en elementen zijn internationaal erkende symbolen vastgelegd, zoals
a
(are),
cm
(centimeter) en
m/s
(meter per seconde). Hoofdletters worden gebruikt bij symbolen die van eigennamen komen (
W
voor
watt
, van James Watt, en
Hz
voor
hertz
, van Heinrich Hertz), en bij symbolen voor vergrotende voorvoegsels als
M
(mega) en
G
(giga). Daarom is
MHz
(megahertz) met twee hoofdletters, en krijgt
dB
(decibel) een kleine
d
(
deci-
, verkleinend) en een grote
B
(vanwege Alexander Bell). Overigens is
B
ook het symbool voor
byte
(
MB
= megabyte), ter onderscheiding van
b
(bit).
Er is een verschil tussen symbolen en afkortingen: het symbool voor
gram
is
g
en de gebruikelijke afkorting is
gr.
; voor
uur
bestaan het symbool
h
en de afkorting
u.
(met een punt).
a. Scheikundige elementen
Scheikundige elementen worden met één beginhoofdletter geschreven:
Ag
,
H
, enz.
b. Valuta-aanduidingen
Valuta-aanduidingen hebben drie hoofdletters:
EUR
(euro),
GBP
(Brits pond),
USD
(Amerikaanse dollar). In gewone teksten worden hiervoor vaak aparte symbolen gebruikt, zoals
€
(euro),
£
(pond) en
$
(dollar).
c. Landnamen
Landnamen worden op diverse gestandaardiseerde manieren afgekort; er zijn tweeletterige codes (onder meer voor internetadressen, zoals
.be
en
.nl
), drieletterige (
IRL
,
NLD
), en op auto’s een- tot drieletterige (
B
,
NL
) – steeds zonder punten. In de woordenlijst worden vooral ‘echte afkortingen’ met een of meer punten opgenomen, zoals
Dld.
(Duitsland) en
W.-Vl.
(West-Vlaanderen), en tweeletterige codes voor provincies, zoals
FL
(Flevoland).
Zie regel 48 voor het gebruik van spaties tussen getallen en symbolen.