75. Verkleinwoorden
Verkleinwoorden worden gevormd door -je, -tje, -etje of -pje achter het grondwoord te zetten, maar sommige verkleinwoorden hebben een afwijkende vorm.
huisje, paartje, pannetje, boompje
taxietje, karbonaadje, parachuutje
De volgende gevallen verdienen extra aandacht.
a. Grondwoord eindigt op ng
Als het grondwoord eindigt op ng, eindigt het verkleinwoord op -kje of -etje: haring - harinkje, woning - woninkje, ring - ringetje. Of er -kje of -etje moet worden gebruikt, hangt van de uitspraak af; daar is geen spellingregel voor.
b. Grondwoord eindigt op een lang uitgesproken klinker
In woorden waarvan de slotlettergreep eindigt op een lange klinker die als één letter wordt geschreven, wordt de klinker verdubbeld: oma - omaatje, cliché - clicheetje, facsimile - facsimileetje, bistro - bistrootje, paraplu - parapluutje. Woorden op -i krijgen -ie: taxi - taxietje.
Er komt een apostrof in de verkleinvorm in de volgende gevallen:
- Als het grondwoord eindigt op een u die uitgesproken wordt als [oe]: haiku’tje, tiramisu’tje.
- Als het grondwoord eindigt op een y en er aan die y een medeklinker voorafgaat: baby’tje. Maar staat er een klinker voor de y, dan komt er geen apostrof: essaytje.
- Als het om een afkorting, losse letter of los cijfer gaat: cd’tje, t’tje, A4’tje. (Zie ook regel 28.)
c. Grondwoord eindigt op een toonloze e
Als het grondwoord eindigt op een toonloze e, komt er in de verkleinvorm meestal -tje: antenne - antennetje, anekdote - anekdotetje, affiche - affichetje.
Als de toonloze e van het grondwoord niet wordt uitgesproken in de verkleinvorm, hoeft die e niet geschreven te worden; de spelling wordt dan vernederlandst: karbonade - karbonaadje, sardine - sardientje, aspirine - aspirientje, blocnote - blocnootje, baguette - baguetje, parachute - parachuutje. De verkleinvorm van lade, spade en chocolade is gelijk aan die van de verkorte vormen la, spa en chocola: laatje, spaatje, chocolaatje.
Soms zijn er twee mogelijkheden, afhankelijk van de uitspraak: wie bijvoorbeeld mascotte uitspreekt als [maskot], kan naast mascottetje ook mascotje schrijven. Als er twee varianten van de grondvorm bestaan, is dat ook mogelijk bij de verkleinvorm: molecuul - molecuultje, molecule - moleculetje.
Bij Engelse woorden waarvan de eind-e nodig is voor de juiste uitspraak, blijft die e in de verkleinvorm staan: updateje, websiteje.
d. Grondwoord eindigt op niet-uitgesproken t of d
Als een grondwoord eindigt op een t of d die niet wordt uitgesproken, komt er in de verkleinvorm -je. Het verkleinwoord wordt dan wel uitgesproken met [tje]: colbert - colbertje, biscuit - biscuitje, boulevard - boulevardje.
e. Andere leenwoorden
In veel gevallen wordt het leenwoord onveranderd overgenomen in de verkleinvorm: souvenir - souvenirtje, diner - dinertje, souper - soupertje, deux-chevaux - deux-chevauxtje.
f. Woordgroepen
Ook woordgroepen kunnen een verkleinvorm krijgen, al zijn zulke vormen niet erg gangbaar. De spaties van de hoofdvorm worden bij de verkleinvorm gehandhaafd: eau de vie - eau de vietje, café noir - café noirtje, fait accompli - fait accomplietje.