67. Weglatingsstreepjes in samentrekkingen
Als je in een woordgroep een woorddeel samentrekt, geef je dat aan met een streepje.
in- en uitvoer, wis- en natuurkunde, bierflesjes en -blikjes
Als je van het eerste woord in de combinatie invoer en uitvoer het woorddeel -voer weglaat (samentrekt), dan zet je daarvoor in de plaats een streepje: in- en uitvoer. Ook mogelijk zijn bijvoorbeeld: bedrijfs- respectievelijk verenigingsgegevens, vlieglessen en -oefeningen.
In bijvoorbeeld als oude en nieuwe kleren komt geen streepje, omdat je hier geen woorddeel weglaat (samentrekt), maar een volledig woord (kleren).
Een bijzonder geval zijn bijvoorbeeld hoofd- of kleine letter en basis- en middelbare school. Hoofdletter en basisschool zijn één woord, maar kleine letter en middelbare school bestaan uit twee woorden. Omdat na hoofd- en basis- een deel van een woord is weggelaten, komt daar een streepje. Een vergelijkbaar (maar ‘omgekeerd’) geval is: Europees en wereldkampioen. Hier moet je na Europees een heel woord aanvullen (kampioen) en daarom komt er geen weglatingsstreepje.
Zulke samentrekkingen zijn goed mogelijk, maar af te raden is bijvoorbeeld hobbel- en manegepaarden: het gaat hier om onvergelijkbare categorieën.
Ook in de combinatie in- en ingemeen komt een weglatingsteken. Ingemeen is immers een bestaand woord. En zo ook: dood- en doodzonde, in- en intriest, kei- en keihard, door- en doornat, door- en doorslecht. Daarnaast is het door en door verrot, door en door betrouwbaar, omdat doorverrot en doorbetrouwbaar geen bestaande woorden zijn.
In gevallen als de volgende gaat het om vaste begrippen: gooi-en-smijtwerk, klank-en-lichtspel, peper-en-zoutstel, keel-neus-en-oorarts, huis-tuin-en-keukenmiddel. Hier is geen sprake van een weggelaten woorddeel, want het is niet: peperstel en zoutstel, maar altijd: peper-en-zoutstel. Alle delen worden daarom verbonden met streepjes en het laatste woord staat direct aan het voorafgaande vast. (Zie hiervoor ook regel 62.)