43. Functies en titels
Functieaanduidingen krijgen een kleine letter. Dat geldt ook voor een vorstelijk persoon, staatshoofd of kabinetslid.
paus, staatssecretaris, minister-president
Andere voorbeelden zijn: directeur, leraar, officemanager, president, de premier, commissaris van de koningin, baron, bisschop, inspecteur, de weledelgestrenge heer, koning Filip, de minister van Financiën.
Een paar samenstellingen met een eigennaam zijn hierop een uitzondering: Eurocommissaris, Kamerlid, Tweede Kamerlid.
Andere uitzonderingen zijn Miss België, Miss Nederland, Miss World, enz.
In een adressering of briefaanhef worden (hoge) functieaanduidingen uit beleefdheid of eerbied ook met een hoofdletter geschreven:
- Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander
- Aan het College van Burgemeester en Wethouders
Academische titels krijgen een kleine letter: bachelor, master, doctorandus, doctor, enz. Voor afkortingen als MSc, drs. en dr. gelden aparte regels; zie regel 80.