42. Eigennamen van instellingen, bedrijven, enz.
Eigennamen van instellingen, bedrijven, organisaties, enz. krijgen een of meer hoofdletters.
Kamer van Volksvertegenwoordigers, Nederlandse Spoorwegen, Socialistische Partij, Stichting Lezen, de Vrienden van Brabantse Kastelen, de Bond tegen vloeken
Ook bedrijven en merknamen vallen hieronder: Hero, Vodafone, Mexx, Birkenstock. (Zie regel 33f voor gevallen waarin een kleine letter voorkomt.)
De regel geldt ook voor gewone woorden die naar een speciale instelling verwijzen maar niet noodzakelijkerwijs de officiële naam zijn: de Eerste/Tweede Kamer, de Senaat (in Nederland is dat de Eerste Kamer), het Rijk en de Kroon (als staatkundige termen), de Rooms-Katholieke Kerk (als instelling, maar: Dat dorp heeft een markante rooms-katholieke kerk; en de scheiding tussen kerk en staat). Ook sommige verkorte namen krijgen een hoofdletter: Kamer (Tweede Kamer), Unie (Europese Unie), Eurocommissie (Europese Commissie), Europarlement (Europees Parlement).
In samenstellingen blijft de hoofdletter behouden: Bondsdagfractie, Hogerhuislid, Kamerlid, Lagerhuisdebat, Vodafone-abonnement. Maar het is gebruikelijk om samenstellingen met Rijk met een kleine letter te schrijven: rijksagent, rijksdienst, rijksgebouw, rijksrecherche, tenzij het zelf eigennamen zijn: Rijksgebouwendienst, Rijksoverheid, Rijkswaterstaat.
Soortnamen kleine letter
Soms staat er een soortaanduiding vóór een eigennaam. Die soortaanduiding krijgt dan een kleine letter, terwijl de naam zelf een of meer beginhoofdletters krijgt: afdeling Voorlichting, dienst Public Relations, de gemeente Leiden, de provincie Antwerpen, het ministerie van Financiën.
Benamingen van instellingen waarvan er meer zijn, worden in principe als gewone woorden beschouwd: de rechtbank, een hof van assisen. Een unieke instelling krijgt altijd hoofdletters: de Hoge Raad, het Hof van Cassatie (in België).
Met kleine letters is ook: het college van burgemeester en wethouders (behalve in afgekorte vorm: het college van B en W, of kortweg: B en W). In een adressering kunnen hier drie hoofdletters gebruikt worden: aan het College van Burgemeester en Wethouders. (Zie ook regel 43.)
Woorden als bond, bestuur, genootschap, maatschappij, vereniging en stichting worden met een kleine letter geschreven, behalve als ze onderdeel zijn van de officiële naam: de Bond tegen vloeken.