28. Apostrof bij verkleinwoorden
De apostrof wordt bij verkleinwoorden gebruikt als het woord eindigt op een medeklinker plus
y
of op een medeklinker plus een
u
die als [oe] klinkt.
baby’tje
,
lolly’tje
,
tiramisu’tje
,
sudoku’tje
Hoewel de schrijfwijze
babytje
geen grote uitspraak- of leesproblemen oplevert, wordt er na een medeklinker +
y
van oudsher een apostrof gezet in de verkleinvorm:
baby’tje
, net als in de meervoudsvorm
baby’s
. Gaat aan de
y
een klinker vooraf, dan komt er geen apostrof:
essaytje
.
Ook na een
u
die als [oe] klinkt, komt in de verkleinvorm een apostrof om uitspraakproblemen te voorkomen:
tiramisu’tje
,
haiku’tje
.
Na andere klinkers komt geen apostrof; zie daarvoor regel 75.