De keuze tussen -iën en -ieën hangt af van de klemtoon in het woord.

koloniën, bacteriën, melodieën

Als een woord in het enkelvoud op een beklemtoonde -ie eindigt, krijgt het in het meervoud -ieën: categorieën, knieën, melodieën.

Bij een onbeklemtoond woordeinde -ie hoort een meervoud op -iën: koloniën, oliën, provinciën. Deze woorden hebben vaak ook een meervoud op -s: kolonies, provincies.

Er zijn enkele woorden waarbij beide klemtonen goed zijn, bijvoorbeeld: ceremónie/ceremoníé, órgie/orgíé. Dan zijn ook beide meervouden goed: ceremoniën/ceremonieën (naast ceremonies), orgiën/orgieën (naast orgies).

Ook bij woorden als bronchiën, financiën en genitaliën, die geen enkelvoudsvorm kennen, bepaalt de klemtoon de spelling: de i is onbeklemtoond, en daarom volgt er direct -en met een trema.