14. Wel of geen w
In een aantal woorden is geen [w] te horen, maar moet wel een w geschreven worden.
jouw, douw
De klank [w] is aan het einde van een lettergreep nauw verbonden met de au en de ou. Vaak komt er een w achter die tweeklanken (gauw, dauw, mouw, vrouw), maar soms ook niet: kenau, rauhfaser, nou, kou. Een sluitend systeem hiervoor is er niet.
Het bekendste struikelblok is jou(w). Jouw is een bezittelijk voornaamwoord. Vervang bij twijfel jou(w) door mij(n), omdat bij mij(n) het verschil beter te horen is. In Dit is jou(w) boek is jouw vervangbaar door mijn; het bezittelijk voornaamwoord jouw is hier dus juist. In Dit boek is van jou(w) kan jou vervangen worden door mij; het persoonlijk voornaamwoord jou is hier dus juist.
Vergelijkbaar hiermee is u en uw, hoewel de meeste mensen de w van uw wel duidelijk uitspreken: Dat boek is van u - Dat is uw boek.
In uitdrukkingen als u beider/aller vriend en in u beider/aller belang is u juist. U is hier een persoonlijk voornaamwoord en het bezittelijke aspect zit in de naamvallen van beide en alle.