4. De klank [ee]
De lange ee-klank heeft verschillende schrijfwijzen.
reep, repen, cliché, laesie, essay
De [ee] schrijf je in gesloten lettergrepen in principe als ee en in open lettergrepen als e: reep - repen, geel - gele.
Als de ee-klank aan het eind van een woord staat, schrijf je ee: dominee, zee, twee. Dat gebeurt ook als zo'n woord deel uitmaakt van een groter woord: domineese, zeevis, overzeese, tweede, tweeling, weeïg, steevast.
Bij leenwoorden schrijf je de ee-klank soms als een enkele e of als een e met een accent aigu: facsimile, sake, café, cliché. (Zie ook regel 1b en regel 15.)
In andere leenwoorden spel je een ee-klank nog weer anders: onder meer als a in baby, als ä in salonfähig, als ae in laesie, als ai in trainen, als ay in essay, als er in diner, als et in filet, als ey in survey en als ez in rendez-vous.