11. Sisklanken: c, s, z, enz.
De klanken [s] en [z] kun je op verschillende manieren opschrijven.
cent, scène, huis / huizen
Als gevolg van regel 1b (de herkomst van woorden) zijn er voor de s-klank verschillende schrijfwijzen: c in cent, cc in accessoire (ook vaak met [ks]-uitspraak), ce in placemat, ç in reçu, sc in scène, sch in logisch, se in casework, ss in stress, t in optie en z in hertz.
De slot-s van een woord verandert soms in een z als er een uitgang achter komt, maar lang niet altijd: laars - laarzen maar kaars - kaarsen, en poreus - poreuze maar heus - heuse. Hieronder staan de meestvoorkomende patronen.
Zelfstandige naamwoorden en werkwoorden
De s voor de uitgang -en blijft staan bij de volgende woorden (en in samenstellingen die op zo'n woord eindigen): balansen, briesen, cadansen, dansen, fronsen (het werkwoord), harsen, impulsen, kaarsen, kansen, kersen, koersen, kousen, kransen, lansen, marsen, mensen, pausen, pensen, piesen, polsen, prinsen, schansen, sjansen, vorsen, walsen, wensen, zeisen.
Zowel -zen als -sen mogelijk
Van sommige woorden bestaat een vorm op -sen en een vorm op -zen; soms zijn die gelijkwaardig, soms niet. Vergelijk:
- Zowel -sen als -zen is juist bij: forensen/forenzen, niesen/niezen, sausen/sauzen, schransen/schranzen, smousen/smouzen, sponsen/sponzen, tendensen/tendenzen.
- Het werkwoord kruisen krijgt altijd een s. Maar het meervoud van het zelfstandig naamwoord kruis mag je (in elke betekenis) zowel met een s als met een z schrijven.
- Er is betekenisverschil tussen persen (drukpersen), perzen (kattenras of tapijt) en Perzen als volk. Het werkwoord is altijd met een s: persen.
Bijvoeglijke naamwoorden
De s blijft verder staan in de volgende gevallen:
- In enkele verbogen bijvoeglijke naamwoorden: hese (een hese stem), confuse, diffuse, (on)heuse, (on)kiese, (on)kuise, struise.
- In aardrijkskundige afleidingen zoals Chinese, Bredase, Goereese, Hengelose, Parijse, Maassluise. Op grond van regel 2a komt er een dubbele s in bijvoorbeeld Eemnesse. Bij de naam 's-Hertogenbosch hoort de afleiding Bossche: een Bossche bol.
- Voor de uitgang -elijk: afgrijselijk, huiselijk, enz.
Het Nederlands kent nog meer sisklanken, die meestal in leenwoorden voorkomen. Bijvoorbeeld: [sj], [zj] en [dzj], zoals in: chocola, journaal en jungle. Ze worden bijna altijd geschreven zoals in de taal van herkomst; zie regel 1.