71. Tegenwoordige tijd
Het werkwoord in de tegenwoordige tijd krijgt afhankelijk van het bijbehorende onderwerp:
- de vorm van de stam: ik word
- stam + -t: hij vindt
- stam + -en: wij zingen
De stam van een werkwoord is doorgaans het hele werkwoord min -en: wandelen - wandel. De stam is meestal gelijk aan de ik-vorm van het werkwoord: loop, zet, enz. Bij werkwoorden op -ven en -zen, zoals leven en verhuizen, verandert de laatste letter van de stam (v of z) in een f of s aan het einde van een woord of lettergreep: ik leef, hij verhuisde. Bij werkwoorden met als stam een afkorting, zoals cc’en en sms’en, staat tussen de stam en de werkwoordsuitgang een apostrof: jij sms’t, hij cc’t.
De vervoeging van (regelmatige) werkwoorden gaat als volgt:
ik wandel/bied/mix - jij/u, hij/zij/het wandelt/biedt/mixt - wij/jullie/zij wandelen/bieden/mixen
Als het onderwerp jij achter het werkwoord staat, komt er geen t: wandel jij, bied jij. Dit geldt ook voor je (je moet dan wel ook onderwerp zijn, vervangbaar door jij): Wandel je mee? (je = jij), maar Wandelt je zus mee? (want je zus (= jouw zus) is hier onderwerp); Wat bied je mij aan? (je = jij), maar Wie biedt je dit aan? (je = jou).
Als u achter het werkwoord staat, komt er wel een t: Wandelt u even mee?, Wat biedt u mij aan?
Bij een werkwoord waarvan de stam op een d eindigt, kun je niet horen of er een t achter moet. Het is dan handig om het te vergelijken met een werkwoord waarvan de stam niet op een d eindigt, omdat daarbij direct te horen is of er een t achter de stam komt.
- speel jij, dus ook: bied jij
- speelt je zus, dus ook: biedt je zus
Werkwoorden uit het Engels
Bij sommige – vaak uit het Engels geleende – werkwoorden is het nodig een extra e in te voegen om een goede uitspraak te behouden. Een voorbeeld is racen. Het is niet ik rac, jij ract, enz. (want dat levert de uitspraak [rak(t)] op), maar: ik race, jij racet. Andere voorbeelden zijn: daten (ik date, jij datet), managen (ik manage, jij managet), timen (ik time, jij timet) en bridgen (ik bridge, jij bridget). En zo ook: deleten, skaten, upgraden, enz. Ook in leasen, housen, cruisen en browsen blijft de e in de vervoegde vormen staan: ik lease, hij browset.
Een werkwoord dat in het Engels op een dubbele medeklinker eindigt, houdt die dubbele medeklinker in de vervoegde vormen als dat bepalend is voor de uitspraak: hij passt, ik paintball ([paast], [peentbol]). In andere gevallen wordt de dubbele medeklinker verenkeld: hij crost, zij yelt, ik stres. (Zie verder regel 72d.)
Een werkwoord dat in het Engels op -le eindigt, eindigt in het Nederlands meestal op -elen: googelen, ik googel, hij googelt. Er zijn maar weinig uitzonderingen. Recyclen krijgt vanwege de uitspraak van de c geen extra e.
In regel 72 worden zulke (Engelse) werkwoorden verder besproken.
Alternatief -- niet officieel, wel gangbaar
Engelse werkwoorden worden na verloop van tijd steeds meer vernederlandst. De behoefte om het Engelse woordbeeld te behouden botst soms met de klankregels van het Nederlands: moet een dubbele medeklinker of een slot-e blijven staan of niet? Deze spellinglijst laat vaak beide opties open en geeft daarom de volgende veelvoorkomende alternatieven:
- Bij Engelse werkwoorden die in het Engels op een dubbele medeklinker eindigen, kan die dubbele medeklinker ook blijven staan: hij crosst is gangbaar naast hij crost. (Zie verder regel 72e.)
- Werkwoorden op -elen die van een Engels werkwoord op -le afgeleid zijn, kunnen ook zonder de extra e geschreven worden. De stam eindigt in dat geval niet op -el maar op -le. Naast googelen - hij googelt is dus ook googlen - hij googlet mogelijk. (Zie verder regel 72f.)
In de vervoeging van browsen, housen, cruisen, leasen en releasen kan de e na de s vervallen als er een d of t achter staat: jij browst, zij houst, hij least.
Wegval van de d
Enkele vervoegde werkwoorden hebben een vorm met en zonder d. Dit zijn de belangrijkste:
ik glijd – ik glij
ik houd – ik hou
ik rijd – ik rij
ik snijd – ik snij
De vormen met d zijn wat plechtiger en formeler. Zie ook regel 73 voor de gebiedende wijs (hou(d) op) en regel 47 voor samenstellingen (rijbewijs).