70. -e(n)- in afleidingen
De tussenklank -e(n)- wordt in afleidingen bijna altijd geschreven als -e-, tenzij het eerste deel van de afleiding zelf al op -en eindigt.
namelijk, wolkeloos, hersenloos
De tussen-e(n)-regel uit regel 69 geldt alleen voor samenstellingen, niet voor afleidingen. In afleidingen komt vrijwel nooit een tussen-n.
- De meeste afleidingen krijgen als tussenklank alleen -e-. Dat geldt onder meer voor afleidingen op -achtig, -lijk, -ling(s) en -loos: lenteachtig, kerkelijk, plaatselijk, ruggelings, zwakkeling, ideeëloos, sprakeloos, wolkeloos, woordeloos.
- Voor -dom komt wél altijd een tussen-n: godendom, sterrendom, vorstendom.
- Bij afleidingen van woorden die zelf al op -en eindigen, blijft die n altijd staan: eigenlijk, hersenloos, leugenachtig, wezenlijk.
Alternatief -- niet officieel, wel gangbaar
Afleidingen met -loos kunnen ook mét -n- worden geschreven als er veel nadruk ligt op meer 'exemplaren' van het eerste deel: ideeënloos, puntenloos onderaan staan, na jaren weer schuldenloos zijn. Zo kan soms een betekenisonderscheid worden uitgedrukt: grenzeloos ('onbeperkt': een grenzeloos vertrouwen), grenzenloos ('zonder landsgrenzen': een grenzenloos Europa). De woordenlijst geeft een aantal van zulke alternatieven.